zaterdag 17 november 2018

Hungarikum


Het is verstandig om geen uitspraken te doen over zaken als volksaard, cultuur en folklore in den vreemde en zeker niet luidkeels en openbaar. Het zal niet de eerste keer zijn dat ik mij blowend op klompen met een bos tulpen in mijn hand achter de ramen bevond na een gesprekje met een willekeurige Brit in Amsterdam. Maar Hongaren laten dit soort belangrijke dingen gelukkig niet over aan dronken stag party gasten; die gaan lekker zelf aan de slag met Hongaarse stereotypen. De top 100 is gewoon te vinden op Wikipedia, en dus waar natuurlijk. Alles wat Hongarije Hongarije maakt, staat daar opgesomd in een lijst van zogenaamde Hungarikumok (dat is het meervoud van Hungarikum). Geen idee wie de lijst heeft samengesteld, of er over deze opsomming is gestemd, of dat er wellicht een grote nationale TV-show aan gewijd was, maar het is zeker leuk om te raadplegen.
Het schilderachtige Hollókö

Veel van wat er in staat is inderdaad herkenbaar voor de gemiddelde toerist: het kruidendrankje Unicum, Zsolnay porselein, stierenbloedwijn uit Eger, het plaatsje Hollókö, Tokaj wijnen en pálinka zijn uiteraard door de ballotage gekomen, maar niet elke keuze vind ik even vanzelfsprekend. De hyperpopulaire wijnspritzer fröccs heeft de lijst gehaald, en dat is toch echt geen exclusief Hongaarse vinding, lijkt me. Het is een mix van wijn en bubbeltjeswater. So what? Maar allerlei zoetigheid zoals de alom aanwezige kurtöskalács (schoorsteen gebak), túró rudi (een soort Hongaarse milkyway), tejföl (zure room) en de Esterházy schnitte hebben het afgelegd tegen diverse worsten uit alle windstreken van het land en peterselie uit Debrecen. Onbegrijpelijk. Bij de volgende TV-show zou ik dat graag aangepast zien.

Nog een kerstkadotip nodig?
Verder zou ik zo vrij willen zijn nog wat andere Hungarikumok toe te voegen aan de selectie: pékség, cukrászda (hartige en zoete bakkerijen) en heerlijk geurend brood horen zeker in de lijst en dan wel met de volgende toevoeging. Uniek aan Hongaars brood in de supermarkt is namelijk het volgende: het ligt in grote manden open en bloot uit te drogen. In velden of wegen geen tang te bekennen ook. In Nederland wordt je hand er zowat afgehakt als je een broodje zomaar bepoteld, maar hier zag ik onlangs iemand in de Spar in alle stokbroodjes knijpen als waren het onrijpe avocado’s. Hij kocht vervolgens niets trouwens. 

Ook de Hongaarse rij is heel bijzonder. Vaak onbegrijpelijk lang, maar ook een gelegenheid om echt eens een momentje voor jezelf te nemen. Hongaren vinden het heus niet leuk in zo’n rij, maar in plaats van te stampvoeten gaan ze op slaapstand en bewegen ze zich al mediterend naar kassa’s en loketramen. Hun gezichten verraden geen enkele emotie (daar zijn Hongaren sowieso meesters in) en hun lichamen maken geen geërgerde of gehaaste gebaren. Hogere yoga, misschien nog wel relaxter dan een tripje naar Hollókö.

Wat dan weer typisch niet-Hungarikum blijkt te zijn: houten tandenstokers en mijn merk haarverf, waardoor ik straks tandeloos en als brunette door het leven moet. Misschien een tip voor een volgende lijst. Doe er wat aan Hungarikum Klub!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten