zondag 30 september 2018

Mini-Magyar-Media-Masterclass 101

Mijn oud-collega Jan, die ik nog ken uit mijn onderwijzerstijd en waar ik menig buitenlandse werkweek met pubers mee heb ondernomen, voelt zich thuis in een ver land als hij net een markt heeft bezocht en er een prei uit zijn rugzak steekt. Ik voel me thuis als ik met een krant onder mijn arm op weg ben naar een terras en een kop koffie. Nu vormen terras, krant en koffie zelden een probleem, want papieren kranten zijn, ondanks de oprukkende digitalisering, nog steeds overal in overvloed te krijgen en terrassen zijn meestal verre van schaars. Ook in Hongarije kan ik kiezen uit een brede selectie dagbladen, alsmede terrassen, maar die keuze is niet zo eenvoudig als ik had gehoopt. 

Tuurlijk, de taal is een dingetje. Mijn kennis van vreemde talen helpt geen meter bij het ontcijferen van deze Fins-Oegrische taal. Wat is ‘fegyverkezési’ in godsnaam? Of ‘látványtervezóvel’?  Ik snap heel goed dat twitter hier niet populair is met zulke eindeloze woorden. Toch heeft het gebrek aan talenkennis me er nooit van weerhouden plaatselijke kranten te kopen. Plaatjes kijken kan ook heel leerzaam zijn en in ieder geval weet je wat voor weer het morgen wordt.


‘It’s politics, stupid!’ zoals gewoonlijk in dit land. Amnesty’s mediaman Áron legt het me geduldig uit. Ik heb een hele stapel kranten meegenomen, bij wijze van visual aid voor zijn masterclass-for-one, die hij nu met afgrijzen doorneemt. We staan buiten in de zon op ons kantoorbalkonnetje en hij steekt nog maar eens een sigaret op voor hij aan zijn college begint. ‘Heb je echt geld besteed aan deze rotzooi?’ vraagt hij ongelovig, wijzend op de Magyar Idök. ‘Als je precies wilt weten wat de overheid van plan is, moet je vooral deze krant lezen. Dat is het enige handige aan de Magyar Idök en dat geldt ook voor de Magyar Hírlap’. Trouwens, niemand leest meer papieren kranten, dus ik heb waarschijnlijk eigenhandig de Hongaarse krantenbusiness gered met mijn aankopen, zegt Áron grappend. 

Het college gaat verder. Kranten Blikk en Ripost tonen Judith Sargentini op haar minst voordeligst met agressieve chocoladeletter-koppen boven de artikels, die weinig moois over Judith te melden hebben. De artikel 7-stemming in het EP is net geweest en Orbán maakt zich op voor een campagne om Sargentini's reputatie te besmeuren, de specialiteit van deze regering. Ook Blikk en Ripost doen hier enthousiast aan mee en zijn op de hand van de regering, maar besteden meer tijd aan roddels en geruchten dan aan politiek. En de Népszava dan, de Szociáldemokrata Napilap? Ingewikkeld, zegt Áron. De krant is gedwongen advertenties te plaatsen die van de overheid afkomstig zijn om voort te kunnen bestaan en is dus financieel grotendeels afhankelijk van Fidesz, maar plaatst ook bij tijd en wijle kritische artikelen. Slim, zegt Áron, want op deze manier kan de regering volhouden dat er sprake is van een pluriform en kritisch medialandschap. Sluwe streken, ook al zo’n specialiteit van de regering.

Er is geen onafhankelijk dagblad meer over. Dat is sluipenderwijs gegaan: in 2010 werd de mediawet aangepast en moesten alle media zich aansluiten bij de MTVA, een orgaan dat er op toeziet dat journalisten zich wel goed gedragen, maar de wet is niet helder over wat dat goede gedrag dan zou moeten zijn. In 2016 staakte het voormalig communistische blad Népszabadság zijn publicatie en kort na de laatste verkiezingen verscheen de kritische krant Magyar Nemzet van Orbáns voormalig vriend en huidige aartsvijand Lajos Simicska voor de laatste keer. Op televisie is het al niet veel beter. Alleen RTL is niet in handen van vrienden van Fidesz. Daar gaat mijn krantje op het terras en ik heb na mijn college grote moeite om in de supermarkt een krant in mijn mandje te leggen. Wat moet die kassière wel niet van mij denken?

Opeens vind ik het een stuk minder vreemd dat een groot deel van de bevolking Fidesz-aanhanger is. Het is eigenlijk nog een wonder dat meer de helft van de kiezers niet op Fidesz gestemd heeft. De Hongaarse bevolking krijgt vrijwel alleen pro-regerings nieuws te lezen en te zien. Wie de andere kant van het verhaal wil horen, is aangewezen op sociale media. Goed, dan ga ik toch digitaal. Maar wat te volgen, vraag ik tussen neus en lippen door na het college aan mijn collega’s, wat meteen leidt tot een heftige discussie welke nieuwsplatforms eigenlijk nog wel objectief berichten. Iedereen staakt zijn of haar werk en roept door elkaar: HVG, 444, Atlatszo? Te links? Te extreem? Ze komen er niet uit welk platform objectief rapporteert. Ik zucht en geef het op.

De moraal van dit verhaal? Dat ik misschien toch beter een prei kan kopen dan een krant om me thuis te voelen hier.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten